Eurofins
Zoeken

Om één van onze whitepapers te downloaden vragen wij u om uw e-mailadres op te geven. 

Om één van onze brochures te downloaden vragen wij u om uw e-mailadres op te geven. 

Nieuwe EU-listeriawetgeving krijgt grote impact op Europese voedselproducenten en retailers

“Gelijke kansen voor de Nederlandse en Belgische export van RTE producten: wel zo eerlijk en voedselveilig”

Recent is de wijziging van Verordening (EU) 2073/2005 vastgesteld door de Europese Commissie. Per 1 januari 2026 gaan de wijzigingen in. Dat krijgt grote impact op voedselproducenten en retailers in Europa. “In Nederland en België zijn we voorbereid op deze wijziging van de Europese Commissie: de NVWA en FAVV hanteren al strikte eisen voor de onderbouwing van de listeriabeheersing in ready to eat-producten. Maar in andere landen heeft de wetswijziging vergaande impact. Straks geldt: is er geen onderbouwing van de listeriagroei? Dan moet Listeria monocytogenes afwezig zijn in 25 gram van het product, gedurende de hele houdbaarheid”, vertelt Max van Leeuwen, directeur Eurofins Food Safety Solutions. Wat wijzigt er precies en wat betekent dat voor de Europese markt?

De Europese Commissie heeft onlangs het voorstel om criterium 1.2 van Verordening (EU) 2073/2005 te wijzigen geaccepteerd. Daarin staat dat Listeria monocytogenes afwezig moet zijn in 25 gram product gedurende de gehele houdbaarheid van het product, als er geen studie is uitgevoerd naar de groei van Listeria monocytogenes naar tevredenheid van de bevoegde autoriteit. Is er wel een goedgekeurde studie? Dan geldt de bovengrens van 100 kve Listeria monocytogenes per gram product, gedurende de gehele houdbaarheid van het product. 

Werk aan de winkel in andere Europese landen

Om aan te tonen dat de groei van Listeria monocytogenes onder de 100 kve/g product blijft, moeten voedselproducenten en retailers in heel Europa vanaf 1 januari 2026 een gedegen studie uitvoeren, bijvoorbeeld met groeimodellen en een challengetest. “Vooral het aspect ‘naar tevredenheid van de bevoegde autoriteit’ is daarbij van belang”, vertelt Van Leeuwen. “Per lidstaat kunnen de exacte eisen dus straks verschillen. In Nederland heeft de NVWA toegelicht hoe zij Verordening (EU) 2073/2005 handhaaft in Informatieblad 85. De FAVV heeft haar eisen benoemd in de ‘Omzendbrief met betrekking tot Listeria monocytogenes in kant-en-klare levensmiddelen’. Dankzij de invoering van beide documenten lopen we in Nederland en België dus voorop in een onderbouwing van listeriabeheersing. Na al die jaren heeft iedere voedselproducent en retailer dit hier wel op orde. In alle andere Europese landen is dat niet het geval. Daar is er écht werk aan de winkel.” 

De aanleiding tot het wijzigen van de verordening

Het verschil met de Nederlandse eisen, wordt duidelijk op basis van een recente rechtszaak in Estland. “Een producent van een ready to eat-visproduct kon niet aantonen of de groei van Listeria monocytogenes gedurende de houdbaarheid onder controle was, terwijl er wel aanwezigheid was aangetoond in 25 gram product. Maar daarbij was geen telling uitgevoerd. De rechter gaf de producent daarom gelijk: er was immers geen bewijs dat de wettelijke limiet van 100 kve/g was overschreden, ondanks dat de onderbouwing niet naar tevredenheid was van de bevoegde autoriteit. Deze uitspraak past bij de huidige wetgeving, maar voor de voedselveiligheid is dat natuurlijk absoluut niet wenselijk. Verschillende lidstaten hebben dan ook bezwaar gemaakt op deze uitspraak, waaronder Nederland. Met de wijziging in Verordening (EU) 2073/2005 zijn dit soort interpretaties straks verleden tijd”, aldus Van Leeuwen.

"De ready to eat-producten van Nederlandse en Belgische bodem hebben op dit moment vaak nog een kortere THT dan exact dezelfde Europese producten."

Gelijke kansen op de Europese markt: eerlijker en veiliger

Dat het Nederlandse en Belgische interpretatie van Verordening (EU) 2073/2005 straks in Europa wordt doorgevoerd, heeft nog meer voordelen. Van Leeuwen: “In de voedselproductie betekent gelijke regels ook gelijke kansen. De ready to eat-producten van Nederlandse en Belgische bodem hebben op dit moment vaak nog een kortere THT dan exact dezelfde Europese producten. Heeft gesneden ham bijvoorbeeld een THT van 2 tot 3 weken; in landen buiten Nederland en België kan dat wel 4 weken zijn. Daardoor heeft een retailer buiten Nederland en België nu nog relatief minder derving en logistieke kosten met de kant-en-klaar-producten, ook als hij ze importeert. En dat is natuurlijk niet in ons belang, los van dat de voedselveiligheid in het geding kan zijn. Laten we ook hopen dat de EU een gelijke manier van handhaven zal voorstellen. Er is namelijk nu al verschil tussen Nederland en België: in België geldt sinds 13 maart 2023 al vergelijkbare regelgeving met die in Nederland. Alleen is daar een enkelvoudige challengetest verplicht bij een groeipotentieel van minder dan 0,5 log. In Nederland accepteert de NVWA onder 0,5 log groeipotentie een modelstudie, mits volgens de spelregels uitgevoerd. Ik verwacht dat overheden in Europa straks zelfs toebewegen naar een meer geharmoniseerd model. Een tijdelijke positive release op basis van N=5 (5 deelmonsters uit 1 batch) kan daar een onderdeel van zijn bij een ontbrekende of afgekeurde studie. Maar dit soort bemonstering is wel een vorm van schijnzekerheid: je wil niet op basis van random sampling Listeria monocytogenes beheersen. Je wilt dit vanuit de productsamenstelling en het proces borgen. Straks is de Europese RTE-markt daarmee een stuk eerlijker én voedselveiliger.”