Eurofins
Zoeken

Om één van onze whitepapers te downloaden vragen wij u om uw e-mailadres op te geven. 

Om één van onze brochures te downloaden vragen wij u om uw e-mailadres op te geven. 

Voldoen aan de richtlijnen: dossier ethyleenoxide

Adviezen voor de beheersing van voedselveiligheids- en food integrity-risico’s

In september 2020 werd in een partij sesamzaad in India het gewasbeschermingsmiddel ethyleenoxide aangetroffen. Nu de aandacht is gevestigd op ethyleenoxide, is het middel ook in andere producten aangetroffen. Na grenscontroles met overschrijdingen, gaat de NVWA streng controleren. Ook interpreteert de NVWA de EU-richtlijnen nauwer dan sommige andere EU-landen, met meer gevolgen voor voedselproducenten. Hoe kunt u aan deze richtlijnen voldoen en de voedselveiligheids- en food integrity-risico’s beheersen? Lees alles over ethyleenoxide in voeding in dit dossier.

Ethyleenoxide is een gewasbeschermingsmiddel dat al jaren gebruikt wordt om schade aan gewassen door toedoen van insecten te voorkomen. Het wordt ook gebruikt als desinfectiemiddel van specerijen en kruiden. De stof kan kanker veroorzaken bij mensen die vaak en langdurig met de stof in aanraking komen. Ook zou de stof worden opgeslagen in het lichaam. Tot nu toe is ethyleenoxide aangetroffen in sesamzaad, johannesbroodpitmeel, guargom, kruiden en specerijen.

Johannesbroodpitmeel en guargom

De johannesbroodboom en de guarplant groeien met name in India. Uit het gewas wordt johannesbroodpitmeel of guargom vervaardigd. Het gewasbeschermingsmiddel blijft ook in deze producten aanwezig. Maria Lamers, quality consultant bij Eurofins: “Soms stijgt het gehalte aan ethyleenoxide juist bij het verwerken van de johannesbroodboom of guarplant, als gevolg van het droogproces. Dat zorgt ervoor dat de ethyleenoxide extra geconcentreerd wordt. In een recept voegen producenten johannesbroodpitmeel in hele kleine hoeveelheden toe als additief E410: als bindmiddel/verdikkingsmiddel of als stabilisator. Bijvoorbeeld in sauzen, ijs, marinade van vleesproducten, kaas of vegetarische snacks. Het regent op dit moment echt recalls, omdat johannesbroodpitmeel en ook guargom (additief E412) in zo veel producten zit. Ook in roomkaas, brood, koek en kant-en-klaarmaaltijden bijvoorbeeld. Daarnaast is ethyleenoxide aangetroffen in kruiden en specerijen, zoals gember of kurkuma."

Het regent recalls

In de Belgische supermarkten zijn in de maanden juni, juli, augustus zo’n 80 recalls geweest van levensmiddelen; in Nederland zijn het er iets minder dan 40. Supermarkten kunnen niet anders dan de producten uit de schappen halen. De NVWA controleert streng. Lamers: “In 2015 zijn de maximale residu-limieten verder naar beneden bijgesteld in de EU in Verordening EG 396/2005. In grondstoffen mag tussen de 0,01 en 0,1 mg/kg ethyleenoxide zitten. Daarmee is het gebruik binnen de EU nagenoeg verboden. In Azië, Zuid-Amerika en in Amerika geldt die richtlijn niet. Daar gelden hogere residulimieten. Buitenlandse telers en producenten zijn misschien niet altijd op de hoogte van de EU-richtlijn. Telers en producenten maken hun producten voor buiten Europa en houden alleen rekening met hun eigen hogere MRL’s. Door de partijen verder te verhandelen, kunnen ze ook in Europa terechtkomen. Tijdens grenscontroles heeft de NVWA ethyleenoxide aangetroffen in uiteenlopende producten. Daarom gaat de NVWA nu extra controleren op ethyleenoxide. De NVWA eist dat eindproducten die zijn geproduceerd met een grondstof die een overschrijding aan ethyleenoxide bevat, óók uit de handel moeten worden gehaald.”

Een gecontamineerde grondstof

Binnen de EU gaan de autoriteiten daar verschillend mee om. Lamers: “In België, Frankrijk en Nederland geldt dat eindproducten met een gecontamineerde grondstof met ethyleenoxide boven de norm, niet in de handel mogen komen. Ook al is de grondstof nog zo verdund in het eindproduct dat het gehalte ethyleenoxide daarin niet is te traceren. Want stel dat u 0,5 gram guargom per 100 gram in uw eindproduct toevoegt dat 0,2 mg/kg ethyleenoxide bevat, dan heeft u 0,0002 mg/kg ethyleenoxide in uw eindproduct. In Duitsland geldt daarom: u mag het product verkopen als niet is aan te tonen dat er ethyleenoxide in uw product zit. In Nederland zegt de NVWA dat het eindproduct is gemaakt met een onveilige grondstof en het daarom uit de handel genomen moet worden. Eigenlijk geldt: zelfs als u een saus gebruikt in uw eindproduct die is vervaardigd met johannesbroodpitmeel met een verhoogd ethyleenoxide-gehalte, dat u uw eindproduct ook uit de handel moet halen.”

Monitoring op ethyleenoxide

Ondanks het feit dat de MRL in 2015 werd aangescherpt, werden grondstoffen niet altijd gemonitord op ethyleenoxide. De kans is daarmee aanwezig dat ethyleenoxide al jaren aanwezig was in eindproducten, zij het in hele lage concentraties. Lamers: “We zien dat de aandacht en monitoring op ethyleenoxide pas is verscherpt nadat de overschrijdingen tijdens controles aan het licht kwamen. Daarom zien we op dit moment ook meer overschrijdingen dan voorheen. Maar monitoring op ethyleenoxide is niet eenvoudig.”

Analyse op ethyleenoxide / 2-chloorethanol

“Het aantonen van de aanwezigheid van ethyleenoxide in het eindproduct is lastig”, stelt Lamers. “Omdat het in hele kleine hoeveelheden wordt toegevoegd is het moeilijk terug te vinden in het product. Soms is de grondstof ook eerst verwerkt, zoals sesamzaad in sesamolie of johannespitbroodmeel in saus. Bovendien gaat ethyleenoxide een verbinding aan met andere stoffen in het product en vormt het 2-chloorethanol. Daarom analyseren we op ethyleenoxide plus 2-chloorethanol. Het beste is om de grondstof te laten analyseren op ethyleenoxide / 2-chloorethanol in plaats van het eindproduct. Dat is soms lastig voor kleine ondernemers. Vaak gebruiken zij bijvoorbeeld maar een kleine hoeveelheid johannesbroodpitmeel. Dat betekent dat ze soms lang doen met hun voorraad. Dan kan het verstandig zijn om toch een analyse op ethyleenoxide / 2-chloorethanol uit te laten voeren. De kosten spreidt u dan immers ook over langere periode en zo weet u zeker dat u aan alle richtlijnen voldoet, voedselveilig inkoopt en de gezondheid van de consument is geborgd.”

Zicht op de inspanningen van uw leverancier

Een analyse op ethyleenoxide / 2-chloorethanol is niet altijd nodig. Lamers: “Een goed analysecertificaat van dezelfde partij of batch waarin een overschrijding van de MRL op ethyleenoxide wordt uitgesloten, volstaat ook. Vraag uw leverancier naar zo’n analysecertificaat. En stel een vragenlijst op over hoe zij de veiligheid van hun product proactief borgen. Dit gaat verder dan onderzoek op ethyleenoxide in sesamzaad, johannesbroodpitmeel en guargom alleen. Ik adviseer niet alleen te kijken naar de ingekochte grondstoffen, maar ook naar de ingrediënten van samengestelde producten die u gebruikt. Heeft u twijfels? Dan kunt u kiezen voor een analyse.”

De keten in kaart brengen

De handelaar of additievenproducent van grondstoffen als johannesbroodpitmeel of guargom zit vaak in het buitenland. “Het in kaart brengen van de keten is dan extra belangrijk. Van de schakels binnen de EU én daarbuiten. Met die informatie kunt u gerichter onderzoek doen en alleen testen waar nodig. Bovendien verkleinen inkopers en producenten daarmee de kans op fraude met een partij”, vertelt Lamers.

Fraude voorkomen

“Zo kunnen producten vanuit India naar andere landen buiten de EU zijn ingevoerd en vanuit daar alsnog in de EU terechtkomen”, vult Hans van der Moolen - food integrity expert bij Eurofins - aan. “U koopt dan producten in met risico op aanwezigheid van ethyleenoxide, terwijl u zich daar niet van bewust bent. Er hoeft niet altijd sprake te zijn van voedselfraude, maar het is verstandig om goed op te letten bij de inkoop om eventuele risico’s uit te sluiten. Kijk bijvoorbeeld kritisch naar het analyseresultaat: is de analyse uitgevoerd onder accreditatie? En is het uitgevoerd door een betrouwbaar laboratorium? Bevat het logische kenmerken?” 

Terugschakelen

Daarnaast geldt: hoe meer schakels in de keten, hoe groter het risico. Van der Moolen: “Probeer - waar het kan - te kijken of u de schakels in de keten kunt verkorten door rechtstreeks in te kopen bij de teler of producent. Want misschien kent u uw leverancier al 10 jaar en u vindt uw leverancier heel betrouwbaar, maar waar haalt die zijn grondstoffen of producten vandaan? Zitten er nog 6 leveranciers tussen? Hoe zeker weet uw leverancier dat de keten daarvoor ook betrouwbaar is? En hoe zeker weet u dat er niet toch een keer een leverancier met leveringsproblemen is geweest, die een keer een partij elders heeft ingekocht met minder controle? Fraude kan overal voorkomen, ook dichtbij. En de meeste ketens zijn niet zo eenvoudig. Er zijn altijd onderdelen of partijen gemengd, verwerkt of gesplitst. De keten is dan ook gesplitst en de herkomst is dan ook minder traceerbaar.” 

Leveranciers beoordelen

“Ook een hele betrouwbare leverancier krijgt in een beoordelingssysteem een controle”, vertelt Van der Moolen. “Minder frequent en uitgebreid ten opzichte van een nieuwe leverancier, natuurlijk. Maar toch. En ook het partijnummer en de massabalans opvragen kan waardevolle informatie opleveren. Is er 2 ton ingekocht en 3 ton verkocht? Dan klopt er misschien iets niet.”

Ken-je-keten met Eurofins

Wilt u voldoen aan alle richtlijnen voor ethyleenoxide? Onze quality consultants helpen u met een risco-analyse van uw grondstoffen en samengestelde producten die u gebruikt en het in kaart brengen van uw keten. Op basis van die informatie test u alleen waar dat nodig is, en anders niet. Onze consultants hebben ook ervaring bij het opzetten van een leveranciersbeoordelingsysteem en het maken van goede vragenlijsten. Wilt u meer informatie? Neem dan contact met ons op via SALES-FOOD-NL@EUROFINS.COM of +31(0) 888 31 00 00.

 

Publicatiedatum: 16 september 2021

Heeft u een algemene vraag? Bel of mail ons gerust.